Exoplaneet in een doos - Modellering van exoplaneet-transits

Korte beschrijving:

Tijdens deze activiteiten werken de leerlingen in kleine groepjes aan het modelleren van een exoplaneet transit voor zijn ster met behulp van een "exoplaneet in een doos", en tekenen zij een lichtkromme voor deze transit.

De leerlingen ontwikkelen hun eigen experiment: ze beslissen welke variabelen ze willen meten, welke parameters ze constant willen houden en welke apparatuur ze nodig hebben om metingen te verrichten.

Daarnaast bepalen de leerlingen hoe ze hun gegevens presenteren en ontwikkelen ze hun vaardigheden in datalogging en interpretatie van grafieken.

Deze activiteit maakt deel uit van een reeks "Exoplaneten in beweging" waar leerlingen hun eigen transitmodel bouwen en "Exoplanet Detective" waarbij leerlingen een transitmodel in een schoenendoos bouwen en de grootte van een exoplaneet berekenen.

Onderwerp:
Wetenschap, Natuurkunde, Wiskunde, Astronomie
Leerdoelen:

  • Begrijp het verschil tussen een ster en een planeet.
  • Leer over de eigenschappen van exoplaneten.
  • Begrijpen hoe de detectie van een exoplaneet met behulp van de transitmethode kan worden gemodelleerd.
  • Begrijpen hoe je wetenschappelijk moet werken.
  • Leer hoe je een experiment opzet.
  • Leer hoe je dataloggingsapparatuur moet gebruiken.


Leeftijdscategorie:
14 - 18 jaar oud

Tijd
Les: 90 minuten

Beschikbaar in:
Engels
Activiteit 1: Exploratie van exoplaneten

Deze activiteit laat de leerlingen kennismaken met het onderwerp exoplaneten.

Na de activiteit moeten de leerlingen kunnen beschrijven wat een exoplaneet is, een schatting kunnen geven van het mogelijke aantal exoplaneten in ons melkwegstelsel en redenen kunnen geven waarom exoplaneten moeilijk te detecteren zijn.
Apparatuur

  • Werkblad per leerling
  • Pen/potlood
Activiteit 2: Bouw je exoplaneet in een doos

De leerlingen maken hun eigen fysieke model van een transiterende exoplaneet om te begrijpen hoe variaties in het waargenomen licht van de gastheerster kunnen worden gebruikt om exoplaneten op te sporen (de transitmethode).

Tijdens deze activiteit leren de leerlingen hoe ze dataloggingtoepassingen kunnen gebruiken en grafieken van waargenomen licht als functie van de tijd kunnen interpreteren.
Apparatuur

  • Werkblad per leerling
  • Pen/potlood
  • Kartonnen schoenendoos of soortgelijke doos met deksel
  • Lichtbron
  • Lichtmeter (bijv. smartphone met app of datalogger)
  • Knutselmes / schaar
  • Halfronde gradenboog
  • Wasknijper
  • Cocktailprikkers of houten BBQ-spies
  • Wit papier
  • Plakband
  • Boetseerklei of vergelijkbaar

Wist je dat?

De Melkweg bevat naar schatting een paar honderd miljard sterren. Uit waarnemingen blijkt dat veel sterren exoplaneten herbergen, dus waarschijnlijk zijn er vele miljarden planeten in ons melkwegstelsel die zich in de bewoonbare zone van de ster bevinden.

Binnen ons zonnestelsel onderzoeken wetenschappers enkele manen van Saturnus en Jupiter als goede kandidaten voor het vinden van tekenen van leven, zoals Enceladus en Europa.

Artistieke impressie van WASP 189 b in een baan om een ster